Of je nou wel of niet in Leiden woont; je moet er een keer op 2 en 3 oktober zijn geweest. Deze dagen staan ook wel bekend als het Leidens Ontzet. De Leidenaren vieren dan dat ze bevrijd zijn van de Spaanse bezetters. Zo zijn veel Leidenaren vrij van werk en zijn de scholen dicht. Wij geven je een korte geschiedenisles.
Tijdens de tachtigjarige oorlog had Leiden de kant van de Prins van Oranje gekozen. Dit schoot de Spanjaarden in het verkeerde keelgat, waardoor zij massaal naar de stad trokken en de stad bezetten. Het eerst beleg begon in oktober 1573 en liep op zijn eind in maart 1574. De Spanjaarden kwamen twee maanden later terug met vijfduizend man sterk om Leiden weer te bezetten.
Hongerige Leidenaren
De omstandigheden waren slecht. De Leidenaren hadden onvoldoende voedsel binnen de stadsmuren en waren slecht bewapend. Legerleider Francisco de Valdéz had daardoor geen moeite om de stad snel hermetisch af te sluiten. Door de extreme honger wilde een deel van het Leidse volk zich overgeven. Het verhaal gaat dat de toenmalige burgemeester Pieter van der Werff zijn arm aanbood aan de hongerige Leidenaren, zolang zij zich maar niet overgaven aan de Spaanse bezetters. Doordat het een enkeling lukte om tussen de schansen door te sluipen en zo postduiven naar de Prins van Oranje in Delft te brengen, hield het Leidse volk vol. Met deze duiven werden namelijk berichten gestuurd naar Leiden over een komend ontzet van de stad.
Vlucht van de Spanjaarden
Valdéz vond dat de tijd rijp was op 2 oktober om met een grote bestorming de stad te veroveren, maar naar de legende luidt, liet hij zich door zijn geliefde Magdalena Moons overhalen om de aanval één nacht uit te stellen. Ondertussen had de geuzenleider Lodewijk van Boisot van Willem van Oranje de opdracht gekregen de polders onder water te zetten. Door de storm in de nacht van 2 op 3 oktober 1574 stortte een deel van de verzwakte stadsmuur bij de Koepoort met groot lawaai in. De Spanjaarden vluchten in paniek omdat ze vreesden voor het opkomende water.
Een kleine Leidse jongen, Cornelis Joppenszoon, sloop naar de Lammenschans en ziet dat de Spanjaarden weg zijn. Er stond nog een pan op het vuur met daarin wortelen, uien, vlees en pastinaak, die ‘hutspot’ genoemd zal worden. Hutspot is nu één van de traditionele maaltijden tijdens Leidens Ontzet.
Daar komen de geuzen
Op 3 oktober, om 08.00 uur, komen de Watergeuzen met hun vaartuigen via de Vliet de stad binnen en brengen voor de uitgehongerde bevolking onder andere haring en wittebrood mee (de andere traditionele maaltijd). Het ontzet is een feit. Het Leidse volk gaat naar de Pieterskerk om God te danken voor de bevrijding van het Spaanse juk. Deze dankdienst is nadien elk jaar opnieuw op 3 oktober in dezelfde kerk gehouden, zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Universiteit als beloning
De Prins van Oranje kwam zelf naar Leiden omdat hij de stad wilde belonen. De inwoners mochten kiezen tussen tien jaar lang geen belasting betalen of de stichting van een universiteit. De bewoners kozen voor het laatste. Dit is de eerste universiteit van Leiden waar in vrijheid van opvatting en godsdienst gestudeerd kon worden. Op 13 mei 1886 werd de 3 October Vereeniging opgericht, die sindsdien alle officiële evenementen rondom 3 oktober organiseert (en als dit op een zondag valt op 4 oktober).
To do
Er is genoeg te doen in het centrum van Leiden: kijken naar de taptoe en de optocht, dansen bij Einstein of Annies onder het genot van een alcoholische versnapering, de grote kermis op de Beestenmarkt, ’s ochtendsvroeg meezingen bij de reveille en als afsluiter naar de vuurwerkshow kijken in het Ankerpark.
Kortom: het is overal gezellig en voor elke student een aanrader om Leidens Ontzet te bezoeken.